Terwijl het zenboeddhisme rond de 13e eeuw werd overgebracht naar Japan, gebruikten de vrome kloosters en leken in het gebied figuur schilderij om de personages weer te geven die centraal staan in deze 'ontwakende' periode van zenkunst.
Veel van de excentrieke persoonlijkheden die werden ingewijd in de Zen-traditie, zoals Budai, waren al eerder in de gevestigde cultuur en folklore van het Japanse volk.
De assimilatie en hertoepassing van deze wonderlijke charisma's op het Zen-pantheon droeg bij tot de uitbreiding van de Zen-traditie.
Budai wordt bijna altijd afgebeeld met zijn "stoffen zak" die eruit ziet als een grote tas. De tas dient als een prominent motief in de context van het zenboeddhisme, omdat het overvloed, voorspoed en tevredenheid vertegenwoordigt,
Zoals de afbeeldingen laten zien, is Budai het meest jubelend wanneer hij in aanwezigheid van anderen is, vooral kinderen.
Wanneer afgebeeld met andere goden in "de zeven gelukkige goden", handhaaft Budai een plechtig of zelfs depressief gelaat.