Deze bronzen Boeddha is gezeten op een eenvoudige dubbele lotus, in de Bhumiparsa Mudra houding, het gebaar van eenheid met de aarde, De rechterarm is over de knie en de handpalm is naar binnen gericht, terwijl de linkerhand op de schoot ligt met de handpalm open. Hiermee roept hij de aarde op en is in gedachten verzonken
Het nauwsluitende gewaad omhult hem, maar laat zijn rechterschouder bloot. De hoogwaardige afwerking komt tot uiting in de realistische houding en fijne tekening van het gezicht. Hij heeft de fysieke kenmerken van de Boeddha de krullen en de richel op zijn hoofd, de plooien in zijn nek en de lange oorlellen.
Het beeld is stilistisch verwant aan de Khmer-beelden uit de Angkor Wat-periode in Cambodja uit de 10e-14e eeuw. Deze worden gekenmerkt door een breed gezicht met volle lippen en scherpe gelaatstrekken.